uitonderhandelde
- uit·on·der·han·del·de
vervoeging van: | uitonderhandelen… |
uitonderhandelde
- verbogen vorm van uitonderhandeld, voltooid deelwoord van uitonderhandelen
vervoeging van |
---|
uitonderhandelen |
uitonderhandelde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitonderhandelen
- ... dat ik uitonderhandelde.
- ... dat jij uitonderhandelde.
- ... dat hij, zij, het uitonderhandelde.
- ... dat ik uitonderhandelde.
- Het woord uitonderhandelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.