uitkristalliseerden
- uit·kris·tal·li·seer·den
vervoeging van |
---|
uitkristalliseren |
uitkristalliseerden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitkristalliseren
- ...dat wij uitkristalliseerden.
- ...dat jullie uitkristalliseerden.
- ...dat zij uitkristalliseerden.
- ...dat wij uitkristalliseerden.
- Het woord uitkristalliseerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.