uitklopten
- Geluid: uitklopten (hulp, bestand)
- uit·klop·ten
vervoeging van |
---|
uitkloppen |
uitklopten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitkloppen
- ...dat wij uitklopten.
- ...dat jullie uitklopten.
- ...dat zij uitklopten.
- ...dat wij uitklopten.
vervoeging van |
---|
uitkloppen |
uitklopten