Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·ge·sprei·de

Werkwoord

vervoeging van: uitspreiden…
verbogen vorm: uitgespreidee

uitgespreide

  1. verbogen vorm van uitgespreid, voltooid deelwoord van uitspreiden

Bijvoeglijk naamwoord

uitgespreide

  1. verbogen vorm van de stellende trap van uitgespreid

Gangbaarheid