uitdrinkt
- uit·drinkt
vervoeging van |
---|
uitdrinken |
uitdrinkt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdrinken
- ... dat jij uitdrinkt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdrinken
- ... dat hij uitdrinkt.
- Het woord uitdrinkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.