uitdaagt
- uit·daagt
vervoeging van |
---|
uitdagen |
uitdaagt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdagen
- ... dat jij uitdaagt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdagen
- ... dat hij uitdaagt.
- Het woord uitdaagt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.