tweehonderdzesentwintigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·zes·en·twin·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdzesentwintigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdzesentwintig

Gangbaarheid