tweehonderdzesentachtigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·zes·en·tach·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het tweehonderdzesentachtigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdzesentachtig

Gangbaarheid