tweehonderdvijfenvijftigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·vijf·en·vijf·tigs

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdvijfenvijftigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdvijfenvijftig

Gangbaarheid