tweehonderdvijfennegentigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·vijf·en·ne·gen·tigs

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdvijfennegentigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdvijfennegentig

Gangbaarheid