tweehonderdnegenenveertigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·ne·gen·en·veer·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het tweehonderdnegenenveertigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdnegenenveertig

Gangbaarheid