tussenkwamen
- tus·sen·kwa·men
vervoeging van |
---|
tussenkomen |
tussenkwamen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van tussenkomen
- ...dat wij tussenkwamen.
- ...dat jullie tussenkwamen.
- ...dat zij tussenkwamen.
- ...dat wij tussenkwamen.
- Het woord tussenkwamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.