Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tu·re·lu·ren

Zelfstandig naamwoord

de turelurenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tureluur

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be