Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tsjilp

Werkwoord

vervoeging van
tsjilpen

tsjilp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tsjilpen
    • Ik tsjilp. 
  2. gebiedende wijs van tsjilpen
    • Tsjilp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tsjilpen
    • Tsjilp je? 

Gangbaarheid