trouwboekje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trouwboekje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trouw·boek·je
Zelfstandig naamwoord
het trouwboekje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord trouwboek
-
Nederlands Trouwboekje anno 1881
Gangbaarheid
- Het woord trouwboekje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trouwboekje" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be