tristen
- tris·ten
vervoeging van |
---|
trissen |
tristen
- meervoud verleden tijd van trissen
- Wij tristen.
- Jullie tristen.
- Zij tristen.
- Wij tristen.
- Het woord tristen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
trissen |
tristen