trekkebeende
- trek·ke·been·de
vervoeging van |
---|
trekkebenen |
trekkebeende
- enkelvoud verleden tijd van trekkebenen
- Ik trekkebeende.
- Jij trekkebeende.
- Hij, zij, het trekkebeende.
- Ik trekkebeende.
- Het woord trekkebeende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.