transitieperiodes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  transitieperiodes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tran·si·tie·pe·ri·o·des

Zelfstandig naamwoord

de transitieperiodes mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord transitieperiode

Gangbaarheid

• Het woord transitieperiodes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.