toostte
- toost·te
vervoeging van |
---|
toosten |
toostte
- enkelvoud verleden tijd van toosten
- Ik toostte.
- Jij toostte.
- Hij, zij, het toostte.
- Ik toostte.
- Het woord toostte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
toosten |
toostte