toezagen
- toe·za·gen
vervoeging van |
---|
toezien |
toezagen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toezien
- ...dat wij toezagen.
- ...dat jullie toezagen.
- ...dat zij toezagen.
- ...dat wij toezagen.
- Het woord toezagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.