toewierp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·wierp
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toewerpen |
toewierp
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toewerpen
- ... dat ik toewierp.
- ... dat jij toewierp.
- ... dat hij, zij, het toewierp.
- ... dat ik toewierp.