toevoegde
- toe·voeg·de
vervoeging van |
---|
toevoegen |
toevoegde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toevoegen
- ... dat ik toevoegde.
- ... dat jij toevoegde.
- ... dat hij, zij, het toevoegde.
- ... dat ik toevoegde.
- Het woord toevoegde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.