toeschenen
- Geluid: toeschenen (hulp, bestand)
- toe·sche·nen
vervoeging van |
---|
toeschijnen |
toeschenen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toeschijnen
- ...dat wij toeschenen.
- ...dat jullie toeschenen.
- ...dat zij toeschenen.
- ...dat wij toeschenen.
- Het woord toeschenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.