toepasselijkers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  toepasselijkers    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• toe·pas·se·lij·kers

Bijvoeglijk naamwoord

toepasselijkers

1. partitief van de vergrotende trap van toepasselijk

   • Dat is iets toepasselijkers...