Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·neemt

Werkwoord

vervoeging van
toenemen

toeneemt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toenemen
    • ... dat jij toeneemt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toenemen
    • ... dat hij toeneemt.