Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·meet

Werkwoord

vervoeging van
toemeten

toemeet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toemeten
    • ... dat ik toemeet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toemeten
    • ... dat jij toemeet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toemeten
    • ... dat hij toemeet. 

Gangbaarheid