Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·keer·de

Werkwoord

vervoeging van
toekeren

toekeerde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toekeren
    • ... dat ik toekeerde. 
    • ... dat jij toekeerde. 
    • ... dat hij, zij, het toekeerde. 

Gangbaarheid