toehoor
- toe·hoor
vervoeging van |
---|
toehoren |
toehoor
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toehoren
- ... dat ik toehoor.
- Het woord toehoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
toehoren |
toehoor