Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·gooit

Werkwoord

vervoeging van
toegooien

toegooit

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toegooien
    • ... dat jij toegooit. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toegooien
    • ... dat hij toegooit. 

Gangbaarheid