toefde
- toef·de
vervoeging van |
---|
toeven |
toefde
- enkelvoud verleden tijd van toeven
- Ik toefde.
- Jij toefde.
- Hij, zij, het toefde.
- Ik toefde.
- Het woord toefde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
toeven |
toefde