Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·dicht·te

Werkwoord

vervoeging van
toedichten

toedichtte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toedichten
    • ... dat ik toedichtte. 
    • ... dat jij toedichtte. 
    • ... dat hij, zij, het toedichtte.