Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tjool

Werkwoord

vervoeging van
tjolen

tjool

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tjolen
    • Ik tjool. 
  2. gebiedende wijs van tjolen
    • Tjool! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tjolen
    • Tjool je? 

Gangbaarheid