tintte
- tint·te
vervoeging van |
---|
tinten |
tintte
- enkelvoud verleden tijd van tinten
- Ik tintte.
- Jij tintte.
- Hij, zij, het tintte.
- Ik tintte.
- Het woord tintte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
tinten |
tintte