• tin·tel·oogt
vervoeging van
tintelogen

tinteloogt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tintelogen
    • Jij tinteloogt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tintelogen
    • Hij tinteloogt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tintelogen
    • Tinteloogt!