tinkten
- tink·ten
vervoeging van |
---|
tinken |
tinkten
- meervoud verleden tijd van tinken
- Wij tinkten.
- Jullie tinkten.
- Zij tinkten.
- Wij tinkten.
- Het woord tinkten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
tinken |
tinkten