Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ti·chelt

Werkwoord

vervoeging van
tichelen

tichelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tichelen
    • Jij tichelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tichelen
    • Hij tichelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tichelen
    • Tichelt! 

Gangbaarheid