tezen
- te·zen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tezen |
teesde |
geteesd |
zwak -d | volledig |
tezen
- overgankelijk uiteentrekken, plukken, met name van wol
- Dusdaane weêrbarstigheeden, geschillen, en misverstanden, teesden de eendragt, ... [1]
- Het woord 'tezen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tezen" herkend door:
8 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Nederlandsche historien. P.C. Hooft
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be