terugverkochten
- te·rug·ver·koch·ten
vervoeging van |
---|
terugverkopen |
terugverkochten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van terugverkopen
- ...dat wij terugverkochten.
- ...dat jullie terugverkochten.
- ...dat zij terugverkochten.
- ...dat wij terugverkochten.
- Het woord terugverkochten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.