Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·schre·ven

Werkwoord

vervoeging van
terugschrijven

terugschreven

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van terugschrijven
    • ...dat wij terugschreven. 
    • ...dat jullie terugschreven. 
    • ...dat zij terugschreven. 

Gangbaarheid