terugpakten
- Geluid: terugpakten (hulp, bestand)
- te·rug·pak·ten
vervoeging van |
---|
terugpakken |
terugpakten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van terugpakken
- ...dat wij terugpakten.
- ...dat jullie terugpakten.
- ...dat zij terugpakten.
- ...dat wij terugpakten.
- Het woord terugpakten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.