Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ter·ri·to·ri·a·le

Bijvoeglijk naamwoord

territoriale

  1. verbogen vorm van de stellende trap van territoriaal


Deens

Woordafbreking
  • ter·ri·to·ria·le

Bijvoeglijk naamwoord

territoriale, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van territorial

territoriale, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van territorial