terechtstelde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·recht·stel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
terechtstellen |
terechtstelde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van terechtstellen
- ... dat ik terechtstelde.
- ... dat jij terechtstelde.
- ... dat hij, zij, het terechtstelde.
- ... dat ik terechtstelde.