tentoonspreidde
- ten·toon·spreid·de
vervoeging van |
---|
tentoonspreiden |
tentoonspreidde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van tentoonspreiden
- ... dat ik tentoonspreidde.
- ... dat jij tentoonspreidde.
- ... dat hij, zij, het tentoonspreidde.
- ... dat ik tentoonspreidde.
- Het woord tentoonspreidde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.