tatoeëerde
- Geluid: tatoeëerde (hulp, bestand)
- ta·toe·eer·de
vervoeging van |
---|
tatoeëren |
tatoeëerde
- enkelvoud verleden tijd van tatoeëren
- Ik tatoeëerde.
- Jij tatoeëerde.
- Hij, zij, het tatoeëerde.
- Ik tatoeëerde.
- Het woord tatoeëerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.