• ta·toe·eer
vervoeging van
tatoeëren

tatoeëer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tatoeëren
    • Ik tatoeëer. 
  2. gebiedende wijs van tatoeëren
    • Tatoeëer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tatoeëren
    • Tatoeëer je? 
66 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be