tatoeëer
- ta·toe·eer
vervoeging van |
---|
tatoeëren |
tatoeëer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tatoeëren
- Ik tatoeëer.
- gebiedende wijs van tatoeëren
- Tatoeëer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tatoeëren
- Tatoeëer je?
- Het woord tatoeëer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tatoeëer" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be