tarnde
- tarn·de
vervoeging van |
---|
tarnen |
tarnde
- enkelvoud verleden tijd van tarnen
- Ik tarnde.
- Jij tarnde.
- Hij, zij, het tarnde.
- Ik tarnde.
- Het woord tarnde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
tarnen |
tarnde