taquigrafía
- ta·qui·gra·fí·a
enkelvoud | meervoud |
---|---|
taquigrafía |
taquigrafía v
- [1] estenografía
vervoeging van |
---|
taquigrafiar |
taquigrafía
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van taquigrafiar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van taquigrafiar