tamboerden
- Geluid: tamboerden (hulp, bestand)
- tam·boer·den
vervoeging van |
---|
tamboeren |
tamboerden
- meervoud verleden tijd van tamboeren
- Wij tamboerden.
- Jullie tamboerden.
- Zij tamboerden.
- Wij tamboerden.
- Het woord tamboerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.