tafelden
- ta·fel·den
vervoeging van |
---|
tafelen |
tafelden
- meervoud verleden tijd van tafelen
- Wij tafelden.
- Jullie tafelden.
- Zij tafelden.
- Wij tafelden.
- Het woord tafelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
tafelen |
tafelden