Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sym·pa·thi·seert

Werkwoord

vervoeging van
sympathiseren

sympathiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sympathiseren
    • Jij sympathiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sympathiseren
    • Hij sympathiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sympathiseren
    • Sympathiseert!