sympathiseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sym·pa·thi·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sympathiseren |
sympathiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sympathiseren
- Jij sympathiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sympathiseren
- Hij sympathiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sympathiseren
- Sympathiseert!